SCÈNE 10

DE DOOP VAN JEZUS

MATTHEÜS 3 13 tot 17

Jezus verliet Galilea en ging naar Johannes om Zieh ook door hem in de Jordaan te laten dopen. Maar Johannes wilde dat niet doen. Ik moet door U worden gedoopt, protesteerde hij, in plaats van U door mij. Toch wil Ik dat je Mij doopt, antwoordde Jezus. Want we moeten precies doen wat God van ons verlangt.

Toen doopte Johannes Hem. Na gedoopt te zijn, klom Jezus meteen op de oever.

De hemel scheurde open en Johannes zag dat de Geest van God in de vorm van een duif op Jezus neerdaalde. Een stem uit de hemel zei: Dit is mijn geliefde Zoon; Hij verheugt mijn hart.