SCÈNE 12

DE BRUILOFT TE KANA

JOHANNES 2 1 tot 11

Twee dagen later waren Jezus en Zijn discipelen op een bruiloft in het dorp Kana in Galilea. Jezus’ moeder was er ook.

Op zeker ogenblik raakte de wijn op. Jezus’ moeder hoorde het en ging het Hem verteilen. Laat Mij met rüst, antwoordde Hij. Het is mijn tijd nog niet. Zijn moeder zei tegen de bedienden: Doe wat Hij u zegt. Er stonden zes grote aarden kruiken, elk met een inhoud van zo’n honderd liter.

Die werden bij bepaalde gelegenheden met water gevuld, zodat men zieh volgens de Joodse voorschriften kon wassen. Jezus zei tegen de bedienden: Vul al die kruiken met water. Toen zij dat gedaan hadden, zei Hij: Schep er nu wat uit en laat de ceremoniemeester ervan proeven. Zij gaven ervan aan de ceremoniemeester, die niet wist wat er gebeurd was.

 

Hij proefde van het water dat wijn was geworden en riep de bruidegom. Hij zei tegen hem: Iedereen schenkt eerst de goede wijn en als de mensen genoeg gedronken hebben pas de minder goede. Maar u hebt de beste wijn voor het laatst bewaard.

Zo liet Jezus in Kana in Galilea voor het eerst zien wie Hij was. Daar toonde Hij Zijn grootheid en Zijn discipelen geloofden in Hem.