SCÈNE 19
JEZUS EN DE OVERSPELIGE VROUW
JOHANNE 8 3 tot 11
… De godsdienstleraars en Farizeeers brachten een vrouw bij Hem, die op overspel was betrapt. Zij duwden haar midden in de kring en zeiden: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt terwijl zij overspel pleegde.
In de wet van Mozes Staat dat wij zo’n vrouw moeten stenigen. Wat is Uw mening? Zij waren erop uit Hem in de val te laten lopen, stond Hij op en zei: Laat hij die zelf nooit zondigt, de eerste steen maar gooien!. Na deze woorden dropen de mannen een voor een af, de leiders het eerst.
Jezus bleef alleen met de vrouw achter. Hij stond op en vroeg: Waar is iedereen? Heeft niemand u veroordeeld? Nee, Here, antwoordde zij. Wel, zei Jezus, Ik veroordeel u ook niet. Ga maar en doe vanaf nu geen siechte dingen meer.