SCÈNE 6

BEZOEK VAN DE DRIE KONINGEN

MATTHEÜS 2 1 tot 12

Jezus werd geboren in Bethlehem in de provincie Judea. Koning Herodes was toen aan het bewind. In dezelfde tijd kwamen er enkele sterrenkundigen uit het oosten naar Jeruzalem. Waar kunnen wij de nieuwe koning van de Joden vinden? vroegen zij. Want in ons land, ver in het oosten, hebben wij een bijzondere ster zien opgaan. Wij zijn gekomen om Hem eer te bewijzen.

Toen koning Herodes dit hoorde, raakte hij in paniek. In de stad was de spanning voelbaar.

Hij riep de leidende priesters… en zei: Ga naar Bethlehem en zoek het kind. Als u het hebt gevonden, kom dan terug om mij er alles over te verteilen. Want ik wil Hem ook eer gaan bewijzen.

Toen reisden de sterrenkundigen verder. Tot hun verrassing stond de bijzondere ster, die zij in het oosten hadden gezien, plotseling weer aan de hemel. De ster ging voor hen uit en bleef stilstaan boven het huis waar het kind woonde. Zij gingen naar binnen en vonden het kind en Zijn moeder Maria. Eerbiedig knielden zij voor Hem neer. Zij gaven Hem kostbare geschenken: goud, wierook en mirre. Maar zij gingen niet via Jeruzalem naar hun land terug. God had hen in een droom gewaarschuwd niet bij Herodes längs te gaan. Daarom kozen zij een andere weg.