SCÈNE 32

JEZUS VERSCHIJNT VOOR ZIJN LEERLINGEN

JOHANNES 20 19 tot 28

Avonds zaten de discipelen bij elkaar. Zij hadden de deur op slot gedaan, omdat zij bang waren voor de Joden. Ineens was Jezus bij hen. Vrede, zei Hij. Zij zagen Zijn banden en Zijn zijde. Wat waren zij blij dat ze de Here zagen. Vrede! zei Jezus. Zoals de Vader Mij gestuurd heeft, zo stuur Ik jullie. Wie jullie zijn zonden vergeven, is ervan verlost. Maar wie jullie het aanrekenen, moet zijn zonden dragen.

Een van de twaalf discipelen, Thomas (of Didymus) was er niet bij. Toen de andere discipelen hem vertelden dat zij de Here hadden gezien, wilde hij het niet geloven.

Ik kan het pas geloven, zei hij, als ik de wonden van de spijkers in Zijn handen zie en met mijn eigen hand voel dat Hij een wond in Zijn zij heeft! Acht dagen later… was Jezus in hun midden. Thomas, zie je mijn handen en mijn zij? Voel er maar eens aan en twijfel niet meer. Geloof dat Ik leef! Mijn Here en mijn God, stamelde Thomas. Geloof je het nu, omdat je Mij ziet? zei Jezus. Gelukkig zijn de mensen, die in Mij geloven zonder Mij gezien te hebben!